Hoe ik wou dat ik mijn
ziel kon overgeven.
De kleren kon schuren die
als mijn huid zijn geworden.
Ziet dan niemand de
leugenaar die brand in mijn ogen.
Hou ik wou dat ik
duisternis uit kou had gekozen.
Hou ik wou dat ik luid kon
schreeuwen in plaats van fluisteren.
In plaats daar van heb ik
geen betekenis kunnen vinden
Ik denk dat het tijd wordt
om te rennen ver weg
En troost in pijn te
vinden.
Alle plezier is het zelfde
het houdt me uit de problemen.
Ik verberg mijn ware vorm
als een vervormer.
Ik heb gehoord wat ze
zegen maar ben hier niet voor problemen.
Het zijn maar woorden was
het maar waar.
Het is als tranen die als
regen langs mijn wangen lopen.
(C)TFJ Kuipers